Het bestreden decreet zou immers geen enkele discriminatie op grond van de taal bevatten en een inwoner van een randgemeente doet niet blijken van een belang om het financieringssysteem van zijn gemeente aan te vechten, aangezien hij daardoor slechts op indirecte of hypothetische wijze zou kunnen worden geraakt.
Le décret attaqué ne contiendrait en effet aucune discrimination fondée sur la langue et un habitant d'une commune périphérique ne justifie pas d'un intérêt à attaquer le système de financement de sa commune puisqu'il ne pourrait être affecté par ce dernier que de manière indirecte ou hypothétique.