(16) Wanneer de rechter een bevoegde rechter in een andere lidstaat verzoekt een handeling tot het verkrijgen van bewijs te verrichten of een dergelijke handeling rechtstreeks in een andere lidstaat te mogen verrichten, zijn de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken[54] van toepassing.
(16) Lorsque la juridiction saisie demande à la juridiction compétente d’un autre État membre de procéder à un acte d’instruction ou demande à ce qu’il soit procédé directement à un acte d’instruction dans un autre État membre, les dispositions du règlement (CE) nº 1206/2001 du Conseil du 28 mai 2001 relatif à la coopération entre les juridictions des États membres dans le domaine de l'obtention des preuves en matière civile ou commerciale[54] s'appliquent.