Art. 2. Het verbruik van het kandidaat-gezin op de dag van de indiening van zijn aanvraag, mag voor dit gezin slechts beroepsuitgaven vormen in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen ten belope van een maximum bedrag van 30 %, berekend op het totale verbruik van het gezin.
Art. 2. Les consommations du ménage candidat au jour de l'introduction de sa demande ne pourront constituer pour ce dernier une dépense professionnelle au sens du Code des Impôts sur le Revenu qu'à concurrence d'une quotité de 30 % au maximum.