Voor de kaarten waarmee opnemingen kunnen worden verricht in het kader van een kredietopening, bepaalt het koninklijk besluit van 24 februari 1992 tot vaststelling van het maximumbedrag van het risico van de consument in geval van verlies of diefstal van de kredietkaart of a
ndere krediettitel, genomen met toepassing van artikel 61 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, dat in geval van verlies of diefstal van de kaart het risico dat de consument loopt, niet hoger mag zijn dan 6.500 frank (150 ecu in bovenvermelde Europese aanbeveling), of 32.500 frank in geval va
n grove nalatigheid ...[+++]vanwege de consument, indien de kredietopening betrekking heeft op een bedrag lager dan of gelijk aan 65.000 frank.Pour les cartes permettant d'effectuer des prélèvements dans le cadre d'une ouverture de crédit, l'arrêté royal du 24 février 1992 fixant le montant maximum du risque assumé par le consommateur en cas de perte ou de vol de la carte de crédit ou d'un autre
titre de crédit, pris en application de l'article 61 de la loi du 12 juin 1991 sur le crédit à la consommation, prévoit qu'en cas de perte ou de vol de la carte, le risque couru par le consommateur ne peut excéder 6.500 francs (150 écus dans la recommandation européenne ci-dessus), ou 32.500 francs en cas de négligence grave de sa part, si l'ouverture de crédit porte sur un montant infé
...[+++]rieur ou égal à 65.000 francs.