Het voorstel van ereloon betreffende de observatieperiode en de last die zij voor de onderneming in moeilijkheden gaat meebrengen, vormt op het eerste gezicht geen factor die de rechtbank van koophandel in aanmerking moet nemen bij haar voorlopige beoordeling van de toestand, voorafgaandelijk aan de eventuele toekenning van een voorlopige opschorting van betaling (artikel 15, § 1, eerste lid, van de wet betreffende het gerechtelijk akkoord).
Par contre, la proposition d'honoraires relative à la période d'observation, et la charge qu'elle va représenter pour l'entreprise en difficulté, n'est pas susceptible de constituer, prima faciae, un élément de l'appréciation provisoire du tribunal de commerce qui doit précéder la décision d'accorder le sursis provisoire (article 15, § 1, alinéa 1, de la loi relative au concordat judiciaire).