Op basis van de informatie die wordt verstrekt in de NAP's alsmede door de OESO (zie tabel 5 en 6) behoren Finland, Zweden, Nederland en Denemarken tot de landen die basisschoolleerlingen betere toegang verschaffen tot de computer, met een gemiddelde van 13 leerlingen per computer, terwijl voor de studenten van de middelbare school het hoogste aantal te vinden is in Zweden, Finland, Ierland, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk (gemiddeld 8 studenten per computer).
Sur la base des informations fournies dans les PAN ainsi que par l'OCDE (cf. tableaux 5 et 6), les États membres qui assurent le meilleur accès à l'informatique aux élèves de l'enseignement primaire sont la Finlande, la Suède, les Pays-Bas et le Danemark, avec une moyenne de 13 élèves par ordinateur; dans l'enseignement secondaire, les meilleurs rapports se trouvent en Suède, en Finlande, en Irlande, au Danemark, au Royaume-Uni et en France (8 élèves par ordinateur en moyenne).