41. benadrukt dat de Commissie, en in het bijzonder het Voedsel- en
Veterinair Bureau, extra middelen moet krijgen – al naar gelang de EU-begrotingsaanbevelingen en –bevoegdheden - om door de lidstaten uitgevoerde dierenwelzijnsins
pecties adequaat te kunnen controleren, wat voor een deel met onaangekondigde controles zou moeten gebeuren, en inbreuken aan te pakken; verzoekt de lidstaten ervoor te zorgen dat er voldoende goed opgeleide dierenwelzijnsinspecteurs zijn, met geharmoniseerde prestatiemetingen om consistente controles in al
...[+++]le lidstaten te garanderen en om te overwegen meer verantwoordelijkheid en zeggenschap te geven aan producentenorganisaties; 41. souligne que la Commission et, en particulier, l’Office alimentaire et vétérinaire doivent se voir attribuer des ressources plus importantes, dans le respect des recommandations budgétaires de l'UE, ainsi que des p
ouvoirs accrus pour contrôler comme il se doit les inspections relatives au bien-être animal effectuées par les États membres, dont une partie devrait revêtir la forme de contrôles inopinés, et remédier aux manquements; invite les États membres à veiller à la disponibilité d'un nombre suffisant d’inspecteurs du bien-être des animaux, dûment formés, et à la mise en place d’un système d’évaluation des performances harmonisé,
...[+++] pour garantir la cohérence des contrôles dans tous les États membres, et à envisager de conférer plus de responsabilité et de pouvoir aux organisations de producteurs;