Aangezien artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1191/69 geen exacte voorwaarden bevat om vast te stellen of staatssteun die is opgenomen in de prijs van een openbaredienstcontract, wel of niet kan worden aangemerkt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt, oordeelt de Commissie dat de algemene beginselen van het EG-Verdrag, de jurisprudentie van het Hof van Justitie en van het Gerecht van eerste aanleg en de besluitvormingspraktijk van de Commissie op andere terreinen dan het openbaar vervoer moeten worden toegepast om te bepalen of deze vorm van staatssteun als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden beschouwd (16).
Puisque l’article 14 du règlement (CEE) no 1191/69 ne stipule aucune condition précise pour reconnaître la compatibilité avec le marché commun d’une aide d’État comprise dans le prix proposé par un contrat de service public, la Commission considère que les principes généraux découlant du traité, de la jurisprudence des juridictions communautaires et de la pratique décisionnelle de la Commission dans d’autres domaines que le transport public doivent être appliqués pour déterminer si l’aide en question peut être déclarée compatible avec le marché commun (16).