Art. 18. Elk centrum krijgt voor het einde van de tweede maand van het kalenderjaar een terugvorderbaar voorschot van 40 % op het subsidiebedrag conform artikel 14, § 1 en 17, voor het einde van de vierde maand van het kalenderjaar een tweede voorschot van 30 % op het het subsidiebedrag conform artikel 14, § 1 en 17 en voor het einde van de zevende maand van het kalenderjaar een derde voorschot van 20 % op het het subsidiebedrag conform artikel 14, § 1 en 17.
Art. 18. Le centre reçoit avant la fin du deuxième mois de chaque année civile une avance de 40 % sur le montant de la subvention telle que fixée à l'article 14, § 1 et à l'article 17, avant la fin du quatrième mois de l'année civile une deuxième avance de 30 % sur le montant de la subvention telle que fixée à l'article 14, § 1 et à l'article 17, et avant la fin du septième mois de l'année civile une troisième avance de 20 % sur le montant de la subvention telle que fixée à l'article 14, § 1 et à l'article 17.