Dit voorstel is ingegeven door het principe van de ondeelbaarheid van het gezin, een principe dat vaak voorkomt in het vreemdelingenrecht, en dat zijn eerste concrete weerslag vindt in het recht op gezinshereniging dat de wet van 1980 aan elke vreemdeling toekent, ongeacht zijn nationaliteit of zijn economische situatie.
Cette proposition repose sur le principe de l'unité familiale que l'on retrouve en de nombreux points du droit des étrangers. Il trouve son expression première dans le droit au regroupement familial que la loi de 80 reconnaît à tout étranger, quels que soient sa nationalité ou son statut économique.