Uit die bepalingen vloeit voort dat de gelijke toegang tot het hoger onderwijs geleidelijk moet worden ingevoerd op basis van bekwaamheid, rekening houdend met de economische mogelijkheden en de specifieke toestand van de overheidsfinanciën van elke verdragspartij.
Il ressort de ces dispositions que l'égalité d'accès à l'enseignement supérieur doit être instaurée progressivement, en fonction des capacités de chacun, en tenant compte des possibilités économiques et de la situation des finances publiques spécifique à chacun des Etats parties.