De receptor bepaalt voorafgaandelijk aan de aanwending van donorgameten of -embryo's voor een medisch begeleide bevruchting of hij gebruik wil maken van door een donor A of een donor B afgestane gameten.
Le receveur précise, préalablement à l'utilisation des gamètes ou des embryons d'un donneur en vue d'une fécondation médicalement assistée, s'il veut utiliser des gamètes provenant d'un donneur anonyme ou d'un donneur connu.