6. concludeert dat de wederzijds voordelige strekking van de overeenkomst veel belangrijker is dan een snel tijdschema en zou het derhalve bezwaarlijk vinden indien kunstmatige deadlines zouden leiden tot een overeenkomst die niet breed opgezet, ambitieus en evenwichtig zou zijn;
6. conclut que la teneur mutuellement avantageuse de l'accord est de loin plus importante qu'un calendrier rapide et serait dès lors préoccupé si des délais artificiels devaient aboutir à un accord qui ne soit pas vaste, ambitieux et bien équilibré;