Overwegende dat iedere Lid-Staat de mogelijkheid moet hebben de invoer uit een derde land onmiddellijk te verbieden, wanneer deze invoer gevaar kan opleveren voor de diergezondheid; dat in een dergelijk geval, onverminderd eventuele wijzigingen in de lijst van landen die naar de Gemeenschap mogen uitvoeren, de houding van de Lid-Staten ten opzichte van het betrokken derde land onverwijld moet worden gecooerdineerd;
considérant que tout État membre doit avoir la possibilité d'interdire immédiatement les importations en provenance d'un pays tiers lorsque celles-ci peuvent présenter un danger pour la santé des animaux; qu'il importe, dans un tel cas, sans préjudice des modifications éventuelles de la liste des pays autorisés à exporter vers la Communauté, d'assurer sans délai la coordination de l'attitude des États membres à l'égard de ce pays tiers;