Traduction de «december 2020 maximaal 15 werkdagen » (Néerlandais → Français) :

vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020: maximaal 15 werkdagen;
quinze jours ouvrables, du 1er janvier 2019 au 31 décembre 2020;

b)vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020: maximaal 15 werkdagen.
b)quinze jours ouvrables, du 1er janvier 2019 au 31 décembre 2020.

vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020: maximaal 15 werkdagen.
quinze jours ouvrables, du 1er janvier 2019 au 31 décembre 2020.

vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023: maximaal 10 werkdagen.
dix jours ouvrables, du 1er janvier 2021 au 31 décembre 2023.

c)vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023: maximaal 10 werkdagen.
c)dix jours ouvrables, du 1er janvier 2021 au 31 décembre 2023.

b) vijf werkdagen voor de periode die loopt van 1 januari 2019 tot 31 december 2020;
b) cinq jours ouvrables pour la période du 1 janvier 2019 au 31 décembre 2020;

Art. 5. In artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 3 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : § 3 Het quotum bedraagt : -3 % tussen 1 januari 2003 en 31 december 2003; - 4 % tussen 1 januari 2004 en 31 december 2004; - 5 % tussen 1 januari 2005 en 31 december 2005; - 6 % tussen 1 januari 2006 en 31 december 2006; - 7 % tussen 1 januari 2007 en 31 december 2007; - 8 % tussen 1 januari 2008 en 31 december 2008; - 9 % tussen 1 januari 2009 en 31 december 2009; - 10 % tussen 1 januari 2010 en 31 maart 2010 en 11,75 % tussen 1 april 2010 en 31 december 2010 - 13,50 % tussen 1 januari 2011 en 31 december 2011; - 15,75 % tussen 1 januari 2012 en 31 december 2012; - 19,4 % tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013; - 23,1 % tussen 1 januari 2014 en 31 december 2014; - 27,7 % tussen 1 januari 2015 en 31 december 2015; - 32,4 % tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016; - 34,03 % tussen 1 januari 2017 en 31 december 2017; - 35,65 % tussen 1 januari 2018 en 31 december 2018; - 37,28 % tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019; - 37,9 % tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020; - 34,03 % tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021; - 35,65 % tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022; - 37,28 % tussen 1 januari 2023 en 31 december 2023; - 37,9 % tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024".
Art. 5. A l'article 25 du même arrêté, modifié par l'arrêté du 3 avril 2014, les modifications suivantes sont apportées : 1° le paragraphe 3 est remplacé comme suit : « § 3. Le quota est de : - 3 % entre le 1 janvier 2003 et le 31 décembre 2003; - 4 % entre le 1 janvier 2004 et le 31 décembre 2004; - 5 % entre le 1 janvier 2005 et le 31 décembre 2005; - 6 % entre le 1 janvier 2006 et le 31 décembre 2006; - 7 % entre le 1 janvier 2007 et le 31 décembre 2007; - 8 % entre le 1 janvier 2008 et le 31 décembre 2008; - 9 % entre le 1 janvier 2009 et le 31 décembre 2009; - 10 % entre le 1 janvier 2010 et le 31 mars 2010 et 11,75 % entre le 1 avril 2010 et le 31 décembre 2010; - 13,50 % entre le 1 janvier 2011 et le 31 décembre 2011; - 15,75 % entre le 1 janvier 2012 et le 31 décembre 2012; - 19,4 % entre le 1 janvier 2013 et le 31 décembre 2013; - 23,1 % entre le 1 janvier 2014 et le 31 décembre 2014; - 27,7 % entre le 1 janvier 2015 et le 31 décembre 2015; - 32,4 % entre le 1 janvier 2016 et le 31 décembre 2016; - 34,03 % entre le 1 janvier 2017 et le 31 décembre 2017; - 35,65 % entre le 1 janvier 2018 et le 31 décembre 2018; - 37,28 % entre le 1 janvier 2019 et le 31 décembre 2019; - 37,9 % entre le 1 janvier 2020 et le 31 décembre 2020; - 34,03 % entre le 1 janvier 2021 et le 31 décembre 2021; - 35,65 % entre le 1 janvier 2022 et le 31 décembre 2022; - 37,28 % entre le 1 janvier 2023 et le 31 décembre 2023; - 37,9 % entre le 1 janvier 2024 et le 31 décembre 2024».

Indien vóór 31 december 2020 geen verordening van de Raad tot bepaling van een nieuw MFK is vastgesteld, blijven de maxima voor het laatste door het bestaand MFK bestreken jaar en andere bepalingen van deze verordening van toepassing totdat een nieuwe verordening is vastgesteld.
Si aucun règlement du Conseil fixant un nouveau cadre financier pluriannuel n'a été adopté avant le 31 décembre 2020, les plafonds et autres dispositions correspondant à la dernière année couverte par le cadre financier sont prorogés jusqu'à l'adoption d'un tel règlement.

« Art. 160 bis. In afwijking van artikel X 9, § 1, van het VPS kunnen voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 maximaal 33 werkdagen vakantie geheel of gedeeltelijk opgespaard worden en aangewend worden in de daaropvolgende kalenderjaren en uiterlijk vóór de pensionering».
« Art. 160 bis. Par dérogation à l'article X 9, § 1 du SPF, pour la période du 1 janvier 2006 au 31 décembre 2008 inclus 33 jours ouvrables de congé au plus peuvent être accumulés en entier ou en partie et utilisés dans les années calendaires suivantes et au plus tard avant la mise en retraite».