Art. 2. Binnen een termijn van zes maanden na hun aanvraag toegezonden aan de Regering ten laatste binnen de drie maanden die volgen op de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad , worden de personeelsleden bedoeld bij artikel 1 beoordeeld door een commissie samengesteld en voorgezeten door de ambtenaar bedoeld bij artikel 35 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, hierna de Commissie.
Art. 2. Dans un délai de six mois à dater de leur demande adressée au Gouvernement au plus tard dans les trois mois suivant la publication du présent décret au Moniteur belge , les membres du personnel visés à l'article 1 sont évalués par une commission composée et présidée par le fonctionnaire visé à l'article 35 du décret du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la jeunesse, ci-après appelée la Commission.