Verzoekende partijen betogen voorts dat de Commissie verder eveneens gebrekkig heeft gemotiveerd dat met het burgerinitiatief tegen de brede economische en handelsovereenkomst (CETA, Comprehensive Economic and Trade Agreement) niet van de Commissie zou kunnen worden verlangd de Raad niet de aanbeveling te doen de telkens uitonderhandelde volkenrechtelijke verdragen aan te nemen en ook niet van haar zou kunnen worden verlangd de aanbeveling te doen een besluit te nemen tot het niet-aannemen van de telkens uitonderhandelde verdragen.
Par ailleurs, les parties requérantes font également valoir que la Commission a retenu à tort que, par l’initiative citoyenne contre l’Accord Économique et Commercial Global (AECG) et le TTIP, il ne pouvait pas être demandé à la Commission de ne pas recommander au Conseil d’adopter les différents accords internationaux négociés, pas plus qu’il ne pouvait lui être demandé de recommander de prendre une décision de non-adoption des chacun desdits accords.