20. betreurt het gebrek aan ambitie om een globaal beleid vast te stellen door middel van een gemeenschappelijk standpunt inzake de Balkan, wat ertoe heeft geleid dat de politieke invloed van de EU, ondanks haar aanzienlijke financiële bijdrage aan de naoorlogse wederopbouw van Bosnië en Herzegowina, zeer beperkt was vergeleken bij die van de VS; dringt erop aan dat de vertegenwoordiging van de Commissie in Bosnië en Herzegowina wordt versterkt;
20. déplore le manque d'ambition qui a caractérisé la définition d'une politique générale à travers une position commune sur les Balkans et qui a eu pour effet que, en dépit de la contribution financière considérable apportée à la reconstruction en Bosnie-Herzégovine, l'influence politique de l'UE a été très limitée par rapport à celle des États-Unis; demande que soit renforcée la représentation de la Commission en Bosnie-Herzégovine;