Deze circulaire is van toepassing op elke inbreuk inzake verdovende middelen die door een persoon in een gevangenis wordt gepleegd en bevat richtlijnen met betrekking tot de nadere regels inzake de vaststellingen en de aangifte van feiten en het overleg met de parketten, teneinde samen met het openbaar ministerie op een coherente en gecoördineerde wijze te handelen.
Cette circulaire s'applique à toute infraction en matière de stupéfiants commise par une personne dans l'enceinte de l'établissement pénitentiaire et donne des directives concernant les modalités de constatation et de dénonciation des faits, et de concertation avec les parquets, afin d'agir de façon cohérente et coordonnée avec l'action du ministère public.