B) Nemen we de situatie van een Belgische vennootschap die voor een belastbaar tijdperk een negatief fiscaal resultaat heeft van - 100 (opbrengsten 50, kosten 150), en tijdens het belastbaar tijdperk tevens een renteloze schuld had uitstaan (bijvoorbeeld 4 000, normale rente zou 200 geweest zijn).
B) Prenons le cas d'une société belge qui, pour une période imposable, a enregistré un résultat fiscal négatif de - 100 (recettes 50, dépenses 150) mais qui avait également supporté une dette ne portant pas d'intérêt durant la période imposable (par exemple une dette de 4 000, qui aurait généré un intérêt normal de 200).