In het boek “The Mirror of the Sea” schrijft hij: “Onpeilbaar en onverbiddelijk gaf de zee niets aan mensen die dingen naar haar grillige gunsten. In tegenstelling tot de aarde kan de zee niet getemd worden, noch met oneindig geduld, noch met uiterste krachtinspanning. De oceaan kent geen mededogen, geen geloof, recht of geheugen, alsof hij te immens is voor dat soort alledaagse deugden”.
Comme s’il était trop grand, trop puissant pour les vertus communes, l’océan n’a ni compassion, ni foi, ni loi, ni mémoire».