Om de alternantie voorzien in artikel 38, § 7, eerste lid, te kunnen aanvatten, is het aangewezen dat de helft van de leden bij de eerstvolgende hernieuwing van de mandaten slechts voor twee in plaats van voor vier jaar worden aangewezen.
Pour pouvoir commencer à appliquer l'alternance prévue à l'article 38, § 7, alinéa 1 , il faut que, lors du prochain renouvellement des mandats, la moitié des membres ne soient désignés que pour deux ans au lieu de quatre.