4. Indien één van de Partijen haar eigen arbiters niet benoemt binnen de termijn van dertig dagen of indien over de vijfde arbiter niet binnen de termijn van dertig dagen overeenstemming is bereikt, kan de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof, of indien deze de Belgische of Nederlandse nationaliteit bezit, de Vice-Voorzitter, door één van de Partijen worden verzocht een arbiter of arbiters te benoemen.
4. Si l'une des Parties ne désigne pas ses propres arbitres dans le délai de trente jours ou si elles ne parviennent pas à un accord sur le cinquième arbitre dans le délai de trente jours, le Président de la Cour internationale ou, si celui-ci a la nationalité belge ou néerlandaise, le Vice-Président peut être saisi par l'une des Parties afin de nommer un ou des arbitres.