30. verzoekt de EU en de lidstaten in overleg met hun partners een einde te maken aan de institutionele wanverhouding die erin bestaat dat de EU grote bijdragen levert aan de trustfondsen van de WB, feitelijk een grotere donor is dan welke lidstaat dan ook, en belangrijke operationele partnerschappen heeft met de Wereldbank in Europese en Afrikaanse gebieden, en desondanks nog niet eens de status van waarnemer heeft in de Raad van Bestuur van de Wereldbank (alleen maar in het ministeriële beleidscomité); wijst op het belang van de EU als grootste donor van de wereld en op de inspanningen van de Unie om haar hulpprogramma's te coördineren, af te stellen en de vers
plintering ervan te beperken ...[+++], met name via de Verklaring van Parijs over de doeltreffendheid van hulpverlening en de Europese consensus over ontwikkeling; erkent tegen deze achtergrond het belang van de inspanningen die erop gericht zijn in de Raad van Bestuur de waarnemersstatus te verkrijgen en om in politiek opzicht achterhaalde landengroepen opnieuw in te delen door middel van het samenvoegen van EU-lidstaten in dezelfde kiesgroep; herinnert eraan dat hetzelfde beginsel van bundeling van lidstaten in een EU-kiesgroep moet gelden voor de voornaamste multilaterale ontwikkelingsbanken, met name de Aziatische Ontwikkelingsbank, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank; 30. invite l'Union et ses États membres à mettre fin, en accord avec ses partenaires, à l'anomalie institutionnelle par laquelle l'Union, qui constitue un contributeur majeur aux fonds fiduciaires de la Banque mondiale, et même un donateur plus important que n'importe lequel de ses États membres, et dont les partenariats opérationnels avec la Banque dans les régions d'Europe et d'Afrique sont importants, ne dispose même pas du statut d'observateur au conseil des gouverneurs de
la Banque mondiale (elle n'en dispose qu'auprès de son comité ministériel); souligne l'importance de l'Union dans son ensemble en tant que premier bailleur de fon
...[+++]ds dans le monde et met l'accent sur les efforts déployés par l'Union pour coordonner, harmoniser et réduire la fragmentation de ses programmes d'aide, plus particulièrement par la déclaration de Paris sur l'efficacité de l'aide et le consensus européen en matière de développement; reconnaît donc l'importance de poursuivre les efforts visant à obtenir un siège d'observateur au conseil des gouverneurs et d'aspirer à réformer politiquement les groupements obsolètes de pays, en regroupant les États membres de l'Union européenne dans la même circonscription; rappelle que le même principe de regroupement des États membres dans une circonscription de l'Union devrait s'appliquer aux principales banques multilatérales de développement, plus particulièrement la Banque asiatique de développement, la Banque interaméricaine de développement et la Banque africaine de développement; 
