De minister antwoordt dat de universiteiten vanzelfsprekend geen voorstander zijn van voorliggende bepalingen met betrekking tot de opleiding, omdat zij hierdoor belangrijke inkomsten ontlopen.
La ministre répond que les universités ne sont évidemment pas favorables aux dispositions relatives à la formation, car celles-ci entraînent pour elles, en quelque sorte, un manque à gagner considérable.