Art. 88. Wanneer het vestigingsland van het bijkantoor geen lidstaat is, kan de toezichthouder in overleg met de betrokken autoriteit van een derde land, regels vaststellen voor de opening van en het toezicht op het bijkantoor alsook voor de wenselijke informatie-uitwisseling, in voorkomend geval met naleving van het bepaalde in Hoofdstuk IV/1, afdeling 4 van de wet van 22 februari 1998.
Art. 88. Lorsque l'Etat d'implantation de la succursale n'est pas un Etat membre, l'autorité de contrôle peut convenir avec l'autorité de pays tiers concernée, des modalités d'ouverture et de contrôle de la succursale ainsi que des échanges d'informations souhaitables, le cas échéant, dans le respect des dispositions du Chapitre IV/1, section 4, de la loi du 22 février 1998.