Over deze arbeidsbetrekkingen stelt artikel 8, § 1, van de antidiscriminatiewet dat een « direct onderscheid op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, geloof of levensbeschouwing » « uitsluitend gerechtvaardigd [kan] worden op grond van wezenlijke en bepalende beroepsvereisten ».
À propos de ces relations de travail, l'article 8, § 1, de la loi antidiscrimination, dispose qu'« une distinction directe fondée sur l'âge, l'orientation sexuelle, la conviction religieuse ou philosophique .peut uniquement être justifiée par des exigences professionnelles essentielles et déterminantes ».