Het konin
klijk besluit van 8 april 1987 voegt in het koninklijk besluit van 9 mei 1984 tot uitvoering van artikel 13, tweede lid, 1°, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum en artikel 100bis, § 1, van de organ
ieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn een artikel 11ter in dat bepaalt: «In geval van verhaal tegen onderhoudsplichtigen in een gelijke graad
mag ten aanzien van ieder van hen e ...[+++]n hun echtgenoot of echtgenote niet meer worden teruggevorderd dan de kosten van de maatschappelijke dienstverlening vermenigvuldigd met de breuk waarbij de teller gelijk is aan 1, en de noemer gelijk is aan het aantal voornoemde onderhoudsplichtigen.L'arrêté royal du 8 avril 1987 insère à l'arrêté royal du 9 mai 1984 pris en exécution de l'article 13, deuxième alinéa, 1°, de la loi du 7 août 1974, instituant le droit à un minimum d'existence et de l'article 100bis, § 1er, de
la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale, un article 11ter libellé comme suit: «Lors du recouvrement auprès des débiteurs d'aliments du même rang, il ne peut être récupéré, auprès de chacun d'eux et de leur conjoint, que les frais de l'aide sociale, multipliés par la fraction dont
...[+++] le numérateur est égal à 1, et dont le dénominateur est égal au nombre de débiteurs d'aliments préappelés.