Voor het bepalen van de betrekkelijke anciënniteit in hun nieuwe graad, worden de in de artikelen 8 en 9 bedoelde personeelsleden die met toepassing van § 1 eenzelfde anciënniteitsbijslag genieten, onderling gerangschikt volgens hun leeftijd.
Pour déterminer l'ancienneté relative dans leur nouveau grade, les membres du personnel visés aux articles 8 et 9 qui en application du § 1 jouissent de la même bonification d'ancienneté, se classent entre eux selon leur âge.