De lidstaten kunnen de initiële termijn met maximaal vier jaar verlengen indien de financieringsregelingen gecumuleerde uitbetalingen hebben verricht van meer dan 0,5 % van de krachtens Richtlijn 2014/19/EG gedekte deposito’s van alle instellingen waaraan op hun grondgebied krachtens Richtlijn 2014/49/EU vergunning is verleend.
Les États membres peuvent prolonger la période initiale de quatre années au maximum si les dispositifs de financement ont effectué des versements cumulatifs supérieurs à 0,5 % des dépôts couverts de tous les établissements agréés sur leur territoire qui sont garantis en vertu de la directive 2014/49/UE.