3. De lidstaten stellen de grenswachters ter beschikking voor inzet op verzoek van het agentschap, tenzij zij geconfronteerd worden met een uitzonderlijke situatie waaronder de uitvoering van nationale taken in aanzienlijke mate te lijden heeft.
3. Les États membres mettent les gardes-frontières à disposition en vue d'un déploiement, à la demande de l'Agence, sauf s'ils sont confrontés à une situation affectant sérieusement l'exécution de tâches nationales.