Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/talloliepek bevatten voor ander gebruik dan als afweermiddel in de bosbouw, toegepast met behulp van een handschoen of borstel, moeten de lidstaten speciale aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en erop toezien dat de vereiste informatie worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.
Lors de l’évaluation des demandes d’autorisation de produits phytopharmaceutiques contenant des répulsifs olfactifs d’origine animale ou végétale/brai de tallol pour des utilisations autres que comme répulsif en sylviculture, les États membres accordent une attention particulière aux critères de l’article 4, paragraphe 3, du règlement (CE) no 1107/2009, et veillent à ce que toutes les informations nécessaires soient fournies avant qu’une telle autorisation ne soit accordée.