3. a) Hoeveel bedroegen de achterstallige RSVZ-schulden op het ogenblik van de in faling verklaring? b) Wat was de gemiddelde achterstal? c) Welk was de gemiddelde " wachttermijn" (vanaf het ontstaan van de schuld) vooraleer men tot dagvaarding in faillissement overging?
3. a) À combien s'élevaient les arriérés de dettes à l'INASTI au moment de la déclaration de faillite ? b) Quel était l'arriéré moyen ? c) Quel a été le délai moyen (à partir de l'apparition de la dette) avant la citation en faillite ?