Het is geenszins bewezen dat de rechtspleging voor de rechtbank van eerste aanleg noodzakelijkerwijze langer duurt dan die voor de directeur der belastingen, temeer daar de partijen, in het eerste geval, beschikken over de middelen die hun ter beschikking worden gesteld door de artikelen 747 en 751 van het Gerechtelijk Wetboek, terwijl geen enkele mogelijkheid bestaat om de directeur te verplichten uitspraak te doen binnen een redelijke termijn.
Il n'est en rien prouvé que la durée d'une procédure devant le tribunal de première instance est nécessairement plus longue que devant le directeur des contributions, d'autant que, dans le premier cas, les parties disposent des moyens qui leur sont impartis par les articles 747 et 751 du Code judiciaire, alors qu'il n'existe aucune possibilité de contraindre le directeur à statuer dans un délai raisonnable.