- onderzocht moet worden of het mogelijk is om geconfisqueerd (en na het honoreren van de aanspraken van benadeelden overgebleven) vermogen over de lidstaten te verdelen, overeenkomstig hun deelnam
e aan de opsporing, aangezien bij de grensoverschrijdende samenwerkin
g sommige lidstaten vaak de kosten voor opsporing moeten
opbrengen, terwijl andere lidstaten profiteren van het financiële resultaat van de confiscatie - een dergelijke
...[+++]verdeling werd al in het Verdrag tegen de onwettige handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 1988 voorgesteld, maar is sindsdien nog nauwelijks in praktijk gebracht;
- il conviendrait d'examiner si le partage, entre les États membres, des avoirs confisqués (et qui subsistent après qu'il a été fait droit aux éventuelles demandes de dommages-intérêts) ne devrait pas se faire en fonction de la participation des États membres aux enquêtes, car il est fréquent que, en cas de coopération transfrontalière, certains États membres aient à supporter le coût des enquêtes, tandis que d'autres bénéficient financièrement de la confiscation; un tel partage a déjà été proposé dans la convention de 1988 contre le trafic illicite de stupéfiants et de substances psychotropes, mais il n'a guère été mis en pratique;