De verzoekende partijen verwijten de artikelen 4, 5 en 6 en artikel 21 van de bestreden w
et onduidelijkheid, aangezien de persoon die een medische ingreep z
ou uitvoeren zonder daarvoor bevoegd te zijn, zou kunnen worden bestraft met
de sancties waarin zowel in het voormelde artikel 21 als in artikel 38, § 1, 1°, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen is voorzien,
...[+++] zonder te kunnen bepalen welke van die sancties van toepassing zou kunnen zijn, terwijl de eerste strenger is dan de tweede.
Les parties requérantes reprochent aux articles 4, 5 et 6 ainsi qu'à l'article 21 de la loi attaquée un manque de clarté, dès lors que la personne qui accomplirait un acte médical sans y être habilité serait passible des sanctions prévues tant par l'article 21 précité que par l'article 38, § 1 , 1°, de l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions des soins de santé, sans pouvoir déterminer laquelle de ces sanctions pourrait s'appliquer, alors que la première est plus sévère que la seconde.