Art. 8. § 1. Alle leden van een beheersorgaan of beslissingsorgaan van een openbare instelling moeten bij het door de regering aangewezen controleorgaan aangifte doen, binnen de maand na het begin van hun mandaat, van alle openbare mandaten, Functies, afgeleide mandaten of opdrachten van politieke aard die zij uitoefenen, alsook van de bezoldigingen, voordelen van alle aard en representatiekosten die ze ontvangen in het kader van de uitoefening ervan.
Art. 8. § 1. Tout membre d'un organe de gestion ou de décision d'un organisme public est tenu de déclarer auprès de l'autorité de contrôle désignée par le gouvernement, dans le mois qui suit le début de son mandat, l'ensemble des mandats, fonctions, mandats dérivés ou charges publics d'ordre politique qu'ils exercent, et les rémunérations, avantages de toute nature et frais de représentation perçus en exécution de ceux-ci.