Om de hiervoor aangehaalde redenen leek het wenselijk de niet-toepasselijkheid van het beroepsgeheim, ingeroepen door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, ten overstaan van de personeelsleden van de Dienst voor de Mededinging uit te breiden.
Afin d'assurer cette coopération, il a paru opportun d'étendre l'inapplicabilité du secret professionnel invoqué par la Commission Bancaire et Financière à l'égard des rapporteurs et des agents du Service de la concurrence.