"De bij de proef gebruikte banden worden door de
fabrikant gekozen, moeten beantwoorden aan de handelspraktijken, en in de handel verkrijgbaar zijn; zij hebben een van de bandenmaten (zie punt 2.17 van bijlage II bij Richtli
jn 92/23/EEG van de Raad (*) die door de voertuigfabrikant overeenkomstig punt 1.5 van het addendum bij aanhangsel 2 zijn aangegeven, en voldoen in geval van voertuigen van de categorie M1 en N1 aan de voorschriften van Richtlijn 89/459/EEG voor wat betreft de mi
nimumdiepte van het ...[+++]profiel; bij voertuigen van andere categorieën is de in Richtlijn 89/459/EEG aangegeven minimumdiepte van het profiel van toepassing, alsof de voertuigen onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen. De banden van het voertuig moeten op de voor de massa van het voertuig juiste spanning zijn gebracht.«Les pneumatiques utilisés pour l'essai sont choisis par le constructeur du véhicule. Ils doivent être conformes aux pratiques commerciales en vigueur et disponibles sur le marché. Ils doivent correspondre à l'une des désignations de dimensions (point 2.17 de l'annexe II de la directive 92/23/CEE du Conseil (*) prévue par le constructeur pour le véhicule, conformément au point 1.5 de l'addendum à l'appendice 2. Les véhicules des catégories M1 et N1 doivent respecter les dispositions de la directive 89/45
9/CEE concernant la profondeur minimale des rainures. La profondeur
minimale prescrite dans ...[+++] la directive 89/459/CEE est appliquée aux véhicules des autres catégories, comme s'ils entraient dans le champ d'application de ladite directive.