Zo heeft het Hof van Cassatie in een arrest van 25 november 1955 geen bezwaar gemaakt tegen het sluiten van zo'n akkoor
d in vereenvoudigde vorm door een andere overheid dan de Koning, die daartoe niet uitdrukkelijk door de Koning was gemachtigd — in casu ging het om de minister van Buitenlandse Zaken — op voorwaarde evenwel dat dit akkoord, dat de Staat bezwaarde (9) , do
or de Koning aan de Wetgevende Kamers ter instemmin
g wordt voorgelegd en dat de Wetgevend ...[+++]e Kamers er ook hun instemming aan verlenen (10) .
Ainsi, dans un arrêt du 25 novembre 1955, la Cour de cassation n'a soulevé aucune objection à l'égard de la conclusion d'un tel accord en forme simplifiée par une autorité que le Roi n'avait pas expressément habilitée pour ce faire — il s'agissait en l'occurrence du ministre des Affaires étrangères — pour autant que, dès lors qu'il grevait l'État (9) , il ait été présenté par le Roi aux Chambres législatives pour assentiment et que celui-ci ait en outre été donné (10) .