Uit het feit dat artikel 23 van de Grondwet bepaalt dat de wet, het decreet of de in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel « de voorwaarden voor de uitoefening bepalen » van de erin gewaarborgde rechten, kan niet worden afgeleid dat de wetgever, na zelf het beginsel van de contingentering te hebben vastgesteld, de nadere uitwerking ervan niet aan de Koning zou kunnen opdragen.
De ce que l'article 23 de la Constitution prévoit que la loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 de la Constitution « déterminent les conditions de [l'] exercice » des droits qu'il garantit, il ne saurait être déduit que le législateur, après avoir établi lui-même le principe du contingentement, ne pourrait confier au Roi sa mise en oeuvre.