- twaalf maanden te rekenen vanaf de datum van het verstrijken van de termijn voor de desbetreffende handeling, of indien het verzoekschrift betrekking heeft op het niet-betalen van een jaartaks, twaalf maanden te rekenen van het verstrijken van de respijttermijn bedoeld in artikel 40, § 1, derde lid, van de wet.
- douze mois, à compter de la date d'expiration du délai imparti pour l'accomplissement de l'acte en question ou, si la requête se rapporte au défaut de paiement d'une taxe annuelle, douze mois à compter de l'expiration du délai de grâce prévu à l'article 40, § 1, alinéa 3, de la loi.