Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Adult-onset
Bronchiëctasie
Bronchus
Caput
Condylen
Diabetes
Ductus choledochus
Ductus cysticus
Ductus hepaticus
Elke neusbijholte
Endogene depressie zonder psychotische symptomen
Galblaas
Galsteen
Galweg NNO
Glottis
Hilus
Intrathoracaal
Larynx
Longfibrose
Maturity-onset
Mediastinaal
Met of zonder vermelding van fractuur van fibula
NIDDM
Nasofaryngeaal
Neus
Neventerm
Niet-gespecificeerd of zonder cholecystitis
Niet-insulineafhankelijke diabetes op jonge leeftijd
Niet-ketotisch
Plateau
Pneumonie
Pneumothorax
Proximaal uiteinde
Sinus
Stabiel
Tibia
Trachea
Tracheobronchiaal
Tuberculeuze
Tuberculose
Tuberculose van
Tuberculose van lymfeklieren
Tuberositas

Vertaling van "zonder ribavirine " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE
Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door herhaalde depressieve episoden, terwijl de huidige episode ernstig is zonder psychotische symptomen, zoals onder F32.2, zonder enige voorgeschiedenis van manie. | Neventerm: | depressie-in-engere-zin, recidiverend zonder psychotische symptomen | endogene depressie zonder psychotische symptomen | manisch-depressieve psychose, depressieve vorm zonder psychotische symptomen | vitale depressie, recidiverend zonder psychotische symptomen

Définition: Trouble caractérisé par la survenue répétée d'épisodes dépressifs, l'épisode actuel étant sévère, sans symptômes psychotiques (F32.2), en l'absence de tout antécédent de manie. | Dépression:endogène sans symptômes psychotiques | majeure récurrente, sans symptômes psychotiques | vitale récurrente, sans symptômes psychotiques | Psychose maniaco-dépressive, forme dépressive, sans symptômes psychotiques


choledocholithiasisniet-gespecificeerd of zonder cholangitis of cholecystitis | galsteen (geïmpacteerd) van | galweg NNO | niet-gespecificeerd of zonder cholangitis of cholecystitis | galsteen (geïmpacteerd) van | ductus choledochus | niet-gespecificeerd of zonder cholangitis of cholecystitis | galsteen (geïmpacteerd) van | ductus hepaticus | niet-gespecificeerd of zonder ...[+++]

Calcul (bloqué) d'un canal biliaire SAI | Cholélithiase hépatique | Colique hépatique (récidivante) | Lithiase du canal cholédoque | sans précision ou sans angiocholite ni cholécystite


tibia | caput | met of zonder vermelding van fractuur van fibula | tibia | condylen | met of zonder vermelding van fractuur van fibula | tibia | plateau | met of zonder vermelding van fractuur van fibula | tibia | proximaal uiteinde | met of zonder vermelding van fractuur van fibula | tibia | tuberositas | met of zonder vermelding van fractuur van fibula |

Condyles | Extrémité proximale | Tête | Tubérosité antérieure | avec ou sans mention de fracture du péroné


cholecystolithiasisniet-gespecificeerd of zonder cholecystitis | cholelithiasisniet-gespecificeerd of zonder cholecystitis | galsteen (geïmpacteerd) van | ductus cysticus | niet-gespecificeerd of zonder cholecystitis | galsteen (geïmpacteerd) van | galblaas | niet-gespecificeerd of zonder cholecystitis | koliek (recidiverend) van galblaasniet-gespecificeerd of zonder cholecystitis

Calcul (bloqué) de:canal cystique | vésicule biliaire | Cholécystolithiase | Cholélithiase | Colique biliaire (récidivante) | sans précision ou sans cholécystite


longtuberculoseNNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculeuze | bronchiëctasie | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculeuze | longfibrose | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculeuze | pneumonie | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculeuze | pneumothorax | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) |

Bronchectasie tuberculeuse | Fibrose tuberculeuse | Pneumopathie tuberculeuse | Pneumothorax tuberculeux | Tuberculose pulmonaire | SAI (sans mention de confirmation bactériologique ou histologique)


diabetes (mellitus)(met of zonder obesitas) | adult-onset | diabetes (mellitus)(met of zonder obesitas) | maturity-onset | diabetes (mellitus)(met of zonder obesitas) | NIDDM | diabetes (mellitus)(met of zonder obesitas) | niet-ketotisch | diabetes (mellitus)(met of zonder obesitas) | stabiel | niet-insulineafhankelijke diabetes op jonge leeftijd

diabète (sucré) (avec obésité) (sans obésité) (de):adulte | maturité | non cétosique | non insulino-dépendant du sujet jeune | stable | type II


tuberculeuze | bronchiëctasie | bevestigd door microscopisch sputumonderzoek met of zonder kweek | tuberculeuze | longfibrose | bevestigd door microscopisch sputumonderzoek met of zonder kweek | tuberculeuze | pneumonie | bevestigd door microscopisch sputumonderzoek met of zonder kweek | tuberculeuze | pneumothorax | bevestigd door microscopisch sputumonderzoek met of zonder kweek |

Bronchectasie tuberculeuse | Fibrose pulmonaire tuberculeuse | Pneumopathie tuberculeuse | Pneumothorax tuberculeux | confirmé(e) par l'examen microscopique de l'expectoration, avec ou sans culture


tuberculose van lymfeklieren (van) | hilus | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose van lymfeklieren (van) | intrathoracaal | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose van lymfeklieren (van) | mediastinaal | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose van lymfeklieren (van) | tracheobronchiaal | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) |

Tuberculose ganglionnaire:hilaire | intrathoracique | médiastinale | trachéo-bronchique | SAI (sans mention de confirmation bactériologique ou histologique)


tuberculose van | bronchus | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose van | glottis | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose van | larynx | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose van | trachea | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) |

Tuberculose de:bronches | glotte | larynx | trachée | SAI (sans mention de confirmation bactériologique ou histologique)


tuberculose (van) | mediastinaal | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose (van) | nasofaryngeaal | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose (van) | neus | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) | tuberculose (van) | sinus [elke neusbijholte] | NNO (zonder vermelding van bacteriologische of histologische bevestiging) |

Tuberculose (de):médiastinale | nasale | rhinopharyngée | sinus de la face | SAI (sans mention de confirmation bactériologique ou histologique)
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Gegevens over de doeltreffendheid op lange termijn - volwassenen Er werden twee grote langetermijnfollow-upstudies uitgevoerd bij 1071 patiënten die in een vroegere studie waren behandeld met niet-gepegyleerd interferon alfa-2b (met of zonder ribavirine), en 567 patiënten die in een vroegere studie waren behandeld met gepegyleerd interferon alfa- 2b (met of zonder ribavirine).

Données d’efficacité à long-terme – Adultes Deux études de suivi à long terme de grande envergure ont inclus 1 071 et 567 patients ayant été préalablement traités au cours d’études précédentes par l’interféron alpha-2b non pégylé (avec ou sans ribavirine) et l’interféron alpha-2b pégylé (avec ou sans ribavirine), respectivement.


Alleen als er een reden is om geen ribavirine te gebruiken wordt Pegasys zonder ribavirine gebruikt.

Pegasys est utilisé seul uniquement si, pour une raison quelconque, vous ne pouvez pas prendre la ribavirine.


SVR na behandeling van chronische HCV met niet-gepegyleerd interferon-alfa-2b (met of zonder ribavirine) resulteerde in langetermijnklaring van het virus met verdwijning van de leverinfectie en klinische 'genezing' van chronische HCV. Nochtans sluit dit het voorkomen van hepatische effecten bij patiënten met cirrose (waaronder levercarcinoom) niet uit.

La réponse virologique prolongée après un traitement de l’hépatite chronique C avec l’interféron alfa- 2b non pégylé (avec ou sans ribavirine) permet de maintenir une virémie négative à long terme et entraîne la résolution de l’infection hépatique et la « guérison » clinique de l’hépatite chronique C. Cependant, cela n’exclut pas l’évolution de la maladie hépatique (y compris vers un hépatocarcinome) chez les patients porteurs d’une cirrhose.


In studie NR15961 was de incidentie van pancreatitits en/of lactaat acidose 3% (12/398) voor patiënten de gelijktijdig behandeld werden met stavudine en interferontherapie, met of zonder ribavirine.

Dans l'étude NR15961, l'incidence de pancréatite et/ou d'acidose lactique était de 3% (12/398) chez les patients traités conjointement par stavudine et interféron associé ou non à la ribavirine.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
HIV-HCV co-infectie: Raadpleeg de betreffende Samenvatting van de Productkenmerken van de antiretrovirale geneesmiddelen die gelijktijdig gebruikt worden met de HCV therapie om geïnformeerd te worden over de specifieke toxiciteit voor ieder product, voor mogelijkheden om deze in de hand te houden en de mogelijkheid tot overlappende toxiciteit met peginterferon alfa-2a met of zonder ribavirine.

Patients co-infectés par le VIH et le VHC : Veuillez vous référer au Résumé des Caractéristiques du Produit de chaque médicament antirétroviral administré conjointement au traitement de l'hépatite C afin de connaître et prendre en charge la toxicité spécifique de chaque produit ainsi que la potentielle accumulation des toxicités liée à l'utilisation concomitante du peginterféron alfa-2a en monothérapie ou en association à la ribavirine.


In studie NR15961 was de incidentie van pancreatitis en/of lactaat acidose 3% (12/398) voor patiënten de gelijktijdig behandeld werden met stavudine en interferontherapie, met of zonder ribavirine.

Dans l'étude NR15961, l'incidence de pancréatite et/ou d'acidose lactique était de 3 % (12/398) chez les patients traités conjointement par stavudine et interféron associé ou non à la ribavirine.


HIV-HCV co-infectie: Raadpleeg de betreffende Samenvatting van de Productkenmerken van de antiretrovirale geneesmiddelen die gelijktijdig gebruikt worden met de HCV- therapie om geïnformeerd te worden over de specifieke toxiciteit voor ieder product, voor mogelijkheden om deze in de hand te houden en de mogelijkheid tot overlappende toxiciteit met peginterferon alfa-2a met of zonder ribavirine.

Patients co-infectés par le VIH et le VHC : Veuillez vous référer au Résumé des Caractéristiques du Produit de chaque médicament antirétroviral administré conjointement au traitement de l'hépatite C afin de connaître et prendre en charge la toxicité spécifique de chaque produit ainsi que la potentielle accumulation des toxicités liée à l'utilisation concomitante du peginterféron alfa-2a en monothérapie ou en association à la ribavirine.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zonder ribavirine' ->

Date index: 2022-10-11
w