Vertaling van "zogenaamde niet-selectieve remmers " (Nederlands → Frans) :

- Als u een andere groep van geneesmiddelen tegen depressie, de zogenaamde niet-selectieve remmers van de mono-amino-oxydasen (MAO-remmers) inneemt waaronder fenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide, tranylcypromine, selegiline (voor de behandeling van de ziekte van Parkinson), moclobemide (voor de behandeling van depressie) en linezolide (een antibioticum).
- si vous prenez d’autres médicaments utilisés dans le traitement de la dépression, appelés inhibiteurs non-sélectifs de la monoamine-oxydase (IMAO), dont le phénelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide, tranylcypromine, sélégiline (traitement de la maladie de Parkinson), moclobémide (traitement de la dépression) en linézolide (un antibiotique).

U heeft een depressie en werd onlangs (tijdens de twee afgelopen weken) behandeld met een zogenaamde ‘niet-selectieve MAO-remmer’ of ‘selectieve MAO-remmer type A’
Si vous avez une dépression et avez été récemment traité(e) (au cours des deux semaines précédentes) par un médicament appelé « IMAO non sélectif » (inhibiteur non sélectif de la monoamine oxydase) ou « IMAO-A »

zogenaamde COX-2-remmers (cyclo-oxygenase-2 selectieve remmers) moet vermeden worden. Als
AINS, y compris ceux que l’on appelle inhibiteurs COX-2 (inhibiteurs sélectifs de la cyclooxygénase-2).

Gastro-intestinale veiligheid Het gebruik van Ibuprofen EG gelijktijdig met niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s), waaronder de zogenaamde COX-2-remmers (cyclo-oxygenase-2-remmers) moet worden vermeden.
Sécurité au niveau du système gastro-intestinal Évitez l’utilisation d’Ibuprofen EG en même temps que d’autres médicaments anti-inflammatoires non stéroïdiens, y compris des médicaments appelés inhibiteurs de la COX-2 (inhibiteurs de la cyclooxygénase-2).

- “niet-selectieve remmers van de mono-amino-oxydase” (MAO-remmers) waaronder de actieve bestanddelen fenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide en tranylcypromine.
- «Inhibiteurs non-sélectifs de la monoamine-oxydase» (IMAO), contenant comme principes actifs: de la phénelzine, de l’iproniazide, de l’isocarboxazide, du nialamide et de la tranylcypromine.

- “niet-selectieve remmers van de mono-amino-oxydase” (MAO-remmers), waaronder de actieve bestanddelen fenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide en tranylcypromine.
- «Inhibiteurs non sélectifs de la monoamine oxydase» (IMAOs), contenant comme principes actifs: de la phénelzine, de l’iproniazide, de l’isocarboxazide, du nialamide et de la tranylcypromine.

- niet-selectieve remmers van de mono-amino-oxydasen (MAO-remmers) inneemt waaronder fenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide, tranylcypromine.
- «Inhibiteurs non-sélectifs de la monoamine-oxydase (IMAO), contenant comme principes actifs : de la phénelzine, de l’iproniazide, de l’isocarboxazide, du nialamide et de la tranylcypromine.

Als gelijktijdig gebruik van Esbriet en een krachtige en selectieve remmer van CYP1A2 niet kan worden vermeden, dient de dosis Esbriet te worden verlaagd tot 801 mg per dag (één capsule, driemaal daags).
Si l’administration concomitante d’Esbriet et d’un inhibiteur sélectif et puissant du CYP1A2 ne peut être évitée, la dose d’Esbriet devra être diminuée à 801 mg par jour (une gélule trois fois par jour).

- U neemt bepaalde geneesmiddelen in voor de behandeling van depressie (combinaties van selectieve MAO-A- en MAO-B-remmers, of niet-selectieve MAO-remmers).
- prenez certains médicaments pour traiter une dépression (associations d’inhibiteurs sélectifs de la MAO-A et de la MAO-B ou inhibiteurs non sélectifs de la MAO).

Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2 remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect verzwakken.
Anti-inflammatoires non stéroïdiens: lorsque les antagonistes de l'angiotensine II sont administrés simultanément avec des anti-inflammatoires non stéroïdiens (c'est-à-dire les inhibiteurs sélectifs de la cyclo-oxygénase de type 2 (COX-2), l'acide acétylsalicylique (> 3 g/jour) et les anti-inflammatoires non stéroïdiens non sélectifs), une atténuation de l'effet antihypertenseur peut se produire.