In tegenstelling tot curatieve therapeutische behandelingen hebben vaccins het voordeel dat ze bepaalde ziekten kunnen voorkomen, of toch op zijn minst de gevolgen ervan beperken (vermindering van de klinische symptomen en/of de overdracht van de precieze ziektekiem op andere dieren).
Contrairement aux traitements thérapeutiques qui visent à guérir, les vaccins présentent l’avantage de prévenir l’apparition de certaines maladies, ou à tout le moins d’en réduire les conséquences (réduction des signes cliniques et/ou de la transmission du germe pathogène ciblé à d’autres animaux).