2 De gerechtigden op een integratietegemoetkoming die behoort tot de in artikel 6, § 4, eerste lid, 3°, 4° en 5°
, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen voor gehandicapten, van wie de echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij een gezin
vormt, een inkomen heeft waarvoor de aftrek werd toegepast, bedoeld in artikel 8, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit van 6 juli
1987 betreffende de inkomensvervangen
...[+++]de en de integratietegemoetkoming.
Les bénéficiaires d’une allocation d’intégration, visés à l’article 6, § 4, alinéa 1 er , 3°, 4° et 5°, de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations de handicapés, dont le conjoint ou la personne avec laquelle il forme un ménage dispose de revenus auxquels a été appliqué l’abattement visé à l’article 8, § 1er, alinéa 4, de l’arrêté royal du 6 juillet 1987 relatif à l’allocation de remplacement de revenus et à l’allocation d’intégration.