Traduction de «werden gehospitaliseerd wegens » (Néerlandais → Français) :

518 patiënten in de placebogroep (24,5 %) en 434 in de enalaprilgroep (20,6 %) overleden of werden gehospitaliseerd wegens nieuw of verergerd hartfalen (risicoreductie 20 %; 95 % BI, 9- 30 %; p< 0,001).
518 patients dans le groupe placebo (24, 5 %) et 434 patients dans le groupe énalapril (20,6 %) sont décédés ou ont été hospitalisés pour insuffisance cardiaque récente ou aggravée (réduction du risque: 20 % ; IC 95 % ; 9 - 30 % ; p< 0,001).

Minder patiënten overleden of werden gehospitaliseerd wegens verergerd hartfalen (736 in de placebogroep en 613 in de enalaprilgroep; risicoreductie 26 %; 95 % BI, 18 - 34 %; p< 0,0001).
Moins de patients sont décédés ou ont été hospitalisés pour aggravation de l'insuffisance cardiaque (736 dans le groupe placebo et 613 dans le groupe énalapril: réduction du risque, 26 % ; IC 95 %, 18 - 34 % ; p< 0,0001).

818 patiënten in de placebogroep hadden hartfalen of overleden (38,6 %) in vergelijking met 630 in de enalaprilgroep (29,8 %) (risicoreductie 29 %; 95 % BI, 21 - 36 %; p< 0,001). 518 patiënten in de placebogroep (24,5 %) en 434 in de enalaprilgroep (20,6 %) overleden of werden gehospitaliseerd wegens nieuw of verergerd hartfalen (risicoreductie 20 %; 95 % BI, 9- 30 %; p< 0,001).
Dans le groupe placebo, 818 patients ont eu une insuffisance cardiaque ou sont décédés (38,6 %) comparé à 630 dans le groupe énalapril (29,8%) (réduction du risque: 29 % ; IC 95 % ; 21

518 patiënten in de placebogroep (24,5 %) en 434 in de enalaprilgroep (20,6 %) overleden of werden gehospitaliseerd wegens nieuw of verergerd hartfalen (risicoreductie 20 %; 95 % BI, 9-30 %; p< 0,001).
518 patients du groupe placebo (24,5 %) et 434 du groupe énalapril (20,6 %) sont décédés ou ont été hospitalisés pour insuffisance cardiaque nouvelle ou aggravée (réduction du risque : 20 % ; 95 % IC, 9 – 30 % ; p< 0,001).

Minder patiënten overleden of werden gehospitaliseerd wegens verergerd hartfalen (736 in de placebogroep en 613 in de enalaprilgroep; risicoreductie 26 %; 95 % BI, 18 . 34 %; p< 0,0001).
Moins de patients sont décédés ou ont été hospitalisés pour insuffisance cardiaque aggravée (736 dans le groupe placebo et 613 dans le groupe énalapril ; réduction du risque : 26 % ; 95 % IC, 18 – 34 % ; p< 0,001).

518 patiënten in de placebogroep (24,5 %) en 434 in de enalaprilgroep (20,6 %) overleden of werden gehospitaliseerd wegens nieuw of verergerd hartfalen (risicoreductie 20 %; 95 % BI, 9 – 30 %; p < 0,001).
518 patients dans le groupe placebo (24,5 %) et 434 patients dans le groupe énalapril (20,6 %) sont décédés ou ont été hospitalisés pour insuffisance cardiaque récente ou aggravée (réduction du risque : 20 % ; IC 95 % ; 9 – 30 % ; p < 0,001).

Over een tijdspanne van gemiddeld 142 dagen werden 4,6% van de 40812 opgevolgde patiënten gehospitaliseerd wegens bloedingen.
Cette étude s’est basée sur des données détaillées enregistrées dans plusieurs bases de données avec possibilité de les lier au niveau des individus. Sur une durée de 142 jours en moyenne, 4,6% des 40.812 patients suivis ont été hospitalisés pour cause d’hémorragie.