Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "werden bij kinderen vaker gerapporteerd " (Nederlands → Frans) :

Huiduitslag (respectievelijk 81% vs. 67%) en gastro-intestinale verschijnselen (respectievelijk 70% vs. 54%) werden bij kinderen vaker gerapporteerd dan bij volwassenen.

Les rash (respectivement 81 % et 67 %) et les troubles gastro-intestinaux (respectivement 70 % et 54 %) ont été plus fréquemment rapportés chez les enfants que chez les adultes.


Bij kinderen en adolescenten werden gevallen gerapporteerd van een verhoogde bloeddruk, en een toename van de eetlust, extrapiramidale symptomen en verhogingen van serumprolactine werden vaker gerapporteerd bij kinderen en adolescenten dan bij volwassen patiënten (zie rubriek 4.4 en 4.8).

Des augmentations de la pression sanguine ont été rapportées chez les enfants et les adolescents. De plus, une augmentation de l’appétit, des symptômes extrapyramidaux et des augmentations de la prolactine sérique ont été rapportés avec une fréquence plus élevée chez les enfants et les adolescents que chez les patients adultes (voir rubriques 4.4 et 4.8).


Zelfmoordgedachten of zelfmoordpogingen werden vaker gerapporteerd bij kinderen en adolescenten die behandeld werden met interferon alfa 2-b in combinatie met ribavirine in vergelijking tot volwassen patiënten (2,4 % vs. 1 %) tijdens de behandeling en tijdens de 6 maanden follow-up na de behandeling.

Parmi les enfants et adolescents traités par l’interféron alfa-2b en association avec la ribavirine, des idées suicidaires ou tentatives de suicides ont été rapportées plus fréquemment que chez les adultes (2,4 % vs 1 %) au cours du traitement et pendant les 6 mois de suivi post-thérapeutique.


Bij kinderen en adolescenten in de leeftijd van 4 tot 16 jaar werden braken (zeer vaak, 11,2%), agitatie (vaak, 3,4%), stemmingsschommelingen (vaak, 2,1%), labiele affecten (vaak, 1,7%), agressie (vaak, 8,2%), abnormaal gedrag (vaak, 5,6%) en lethargie (vaak, 3,9%) vaker gerapporteerd dan in andere leeftijdsgroepen of in het totale veiligheidsprofiel.

Chez les enfants et les adolescents âgés de 4 à 16 ans, les effets indésirables suivants ont été signalés plus fréquemment que dans d’autres groupes d’âge ou que dans le profil de sécurité global : vomissements (très fréquent, 11,2 %), agitation (fréquent, 3,4 %), sautes d’humeur (fréquent, 2,1 %), labilité émotionnelle (fréquent, 1,7 %), agressivité (fréquent, 8,2 %), comportement anormal (fréquent, 5,6 %) et léthargie (fréquent, 3,9 %).


Bij zuigelingen en kinderen in de leeftijd van 1 maand tot minder dan 4 jaar werden prikkelbaarheid (zeer vaak, 11,7%) en abnormale coördinatie (vaak, 3,3%) vaker gerapporteerd dan in andere leeftijdsgroepen of in het totale veiligheidsprofiel.

Chez les nourrissons et les enfants âgés de 1 mois à moins de 4 ans, les cas d’irritabilité (très fréquent, 11,7 %) et les troubles de la coordination (fréquent, 3,3 %) ont été signalés plus fréquemment que dans d’autres groupes d’âge ou que dans le profil de sécurité global.


Bij kinderen en adolescenten van 4 tot 16 jaar werden de volgende bijwerkingen vaker gerapporteerd dan in andere leeftijdsgroepen of in het globaal veiligheidsprofiel: braken (zeer vaak, 11,2%), agitatie (vaak, 3,4%), stemmingswisselingen (vaak, 2,1%), emotionele labiliteit (vaak, 1,7%), agressie (vaak, 8,2%), abnormaal gedrag (vaak, 5,6%), en lethargie (vaak, 3.9%).

Chez les enfants et les adolescents âgés de 4 à 16 ans, des vomissements (très fréquent, 11,2 %), une agitation (fréquent, 3,4 %), des sautes d’humeur (fréquent, 2,1 %), une labilité émotionnelle (fréquent, 1,7 %), une agressivité (fréquent, 8,2 %), des troubles du comportement (fréquent, 5,6 %) et une léthargie (fréquent, 3,9 %) ont été plus fréquemment rapportés que dans les autres classes d’âge ou que dans le profil global de sécurité.


Bij zuigelingen en kinderen van 1 maand tot minder dan 4 jaar werden de volgende bijwerkingen vaker gerapporteerd dan in andere leeftijdsgroepen of in het globaal veiligheidsprofiel: prikkelbaarheid (zeer vaak, 11,7%) en abnormale coördinatie (vaak, 3,3%).

Chez les nourrissons et les enfants âgés de 1 mois à moins de 4 ans, une irritabilité (très fréquent, 11,7 %) et des troubles de la coordination (fréquent, 3,3 %) ont été plus fréquemment rapportés que dans les autres classes d’âge ou que dans le profil global de sécurité.


Specifiek voor zwembaden werden bij kinderen voorbijgaande respiratoire symptomen en longfunctievermindering gerapporteerd, welke meer uitgesproken waren bij kinderen met een voorgeschiedenis van chronische respiratoire pathologie (Bonetto et al., 2006; Uyan et al., 2009).

Spécifiquement en ce qui concerne les piscines, des symptômes respiratoires transitoires et une diminution de la fonction pulmonaire ont été rapportés chez les enfants en général mais, de manière plus nette chez ceux présentant des antécédents de pathologie respiratoire chronique (Bonetto et al., 2006; Uyan et al., 2009).


Hoesten en angio-oedeem werden minder vaak gerapporteerd bij patiënten die werden behandeld met telmisartan dan bij patiënten die werden behandeld met ramipril, terwijl hypotensie vaker werd gerapporteerd bij telmisartan.

La toux et les angio-oedèmes ont été moins fréquemment rapportés chez les patients traités par telmisartan par rapport aux patients traités par ramipril, alors que l’hypotension a été plus fréquemment rapportée avec le telmisartan.


In tabel 1 staan alle bijwerkingen vermeld die vaker optraden bij het gebruik van Mozobil en G-CSF dan bij een placebo en G-CSF, en waarvan bij ≥ 1% van de patiënten die met Mozobil werden behandeld werd gerapporteerd dat ze gerelateerd waren aan het gebruik van Mozobil. Ze traden op tijdens de mobilisatie van hematopoëtische stamcellen en aferese en voorafgaand aan chemotherapie/ablatieve behandeling ter voorbereiding op de transplantatie.

Les effets indésirables survenus plus fréquemment dans le groupe G-CSF et Mozobil que dans celui G-CSF et placebo, et observés chez plus de 1 % des patients ayant reçu Mozobil, pendant la mobilisation des cellules souches hématopoïétiques et les cytaphérèses, la chimiothérapie/traitement myéloablatif précédant la transplantation, sont indiqués dans le Tableau.


w