Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Afname biopt
Afname van eetlust
Amniocentese
Cytologieborstel voor afname van cellen van cervix
Cytologieborstel voor afname van cellen van endometrium
Hematologisch onderzoek
IUD
Intra-uteriene operatie
Neventerm
Set voor afname van ontlastingsmonster thuis
Vermoeidheidssyndroom
Zwelling van week weefsel

Vertaling van "week 4 afname " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE


Omschrijving: Er komen aanzienlijke culturele verschillen voor bij de presentatie van deze stoornis en er komen twee hoofdvormen voor, met aanzienlijke overlap. Bij de ene vorm is het belangrijkste kenmerk een klacht over toegenomen vermoeidheid na geestelijke inspanning, dikwijls samengaand met enige afname in het efficiënt verrichten van de dagelijkse beroepsarbeid. De geestelijke vermoeibaarheid wordt op typerende wijze beschreven als een zich op onaangename wijze opdringen van verwarrende associaties of herinneringen, moeite met c ...[+++]

Définition: Il existe des variations culturelles importantes dans les manifestations de ce trouble, qui comporte deux types essentiels, ayant de nombreux points communs. Dans le premier type, la caractéristique essentielle est une plainte concernant une fatigue accrue après des efforts mentaux, souvent associée à une certaine diminution des performances professionnelles et des capacités à faire face aux tâches quotidiennes. La fatigabilité mentale est décrite typiquement comme une distractibilité due à une intrusion désagréable d'associations et de souvenirs, une difficulté de concentration ou une pensée globalement inefficace. Dans le d ...[+++]


Omschrijving: Een toestand, tot dusver alleen bij meisjes aangetroffen, waarin een ogenschijnlijk normale vroege ontwikkeling wordt gevolgd door gedeeltelijk of volledig verlies van spraak en vaardigheid in voortbeweging en gebruik van handen, begeleid door afname van de schedelgroei, die doorgaans aan het licht treedt op de leeftijd van 7 tot 24 maanden. Verlies van doelgerichte handbewegingen, handenwringende stereotypieën en hyperventilatie zijn kenmerkend. Sociale ontwikkeling en ontwikkeling van het spelen komen tot stilstand, maar de sociale belangstelling blijft meestal intact. Rompataxie en -apraxie beginnen zich te ontwikkelen o ...[+++]

Définition: Trouble décrit jusqu'ici uniquement chez les filles, caractérisé par un développement initial apparemment normal, suivi d'une perte partielle ou complète du langage, de la marche, et de l'usage des mains, associé à un ralentissement du développement crânien et survenant habituellement entre 7 et 24 mois. La perte des mouvements volontaires des mains, les mouvements stéréotypés de torsion des mains et une hyperventilation, sont caractéristiques de ce trouble. Le développement social et le développement du jeu sont arrêtés, alors que l'intérêt social reste habituellement conservé. Une ataxie du tronc et une apraxie se manifeste ...[+++]


indicatie voor zorg bij moeder wegens (vermoede) schade aan foetus als gevolg van | afname biopt | indicatie voor zorg bij moeder wegens (vermoede) schade aan foetus als gevolg van | amniocentese | indicatie voor zorg bij moeder wegens (vermoede) schade aan foetus als gevolg van | hematologisch onderzoek | indicatie voor zorg b ...[+++]

Soins maternels pour lésions fœtales (présumées) résultant de:amniocentèse | biopsie | dispositif intra-utérin | examens hématologiques | intervention chirurgicale intra-utérine






afname van motor-eindplaat-potentiaal-amplitudo zonder acetylcholine-receptor-deficiëntie

diminution de l'amplitude du potentiel de la plaque motrice sans déficience des récepteurs de l'acétylcholine


afname van cervicaal uitstrijkje voor Papanicolaou-techniek

échantillonnage du col utérin pour test de Papanicolaou


set voor afname van ontlastingsmonster thuis

kit de recueil d’échantillon fécal à domicile


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Eerdere behandelrespons % (n/N) a < 1 log 10 afname in ≥ 1 log 10 afname in HCV-RNA in week 4 HCV-RNA in week 4 Voormalige partiële responders 56% (10/18) 63% (17/27) Voormalige null responders 15% (6/41) 54% (15/28)

Tableau 14: Taux de RVS en fonction de la réponse à la semaine 4 (diminution < 1 log 10 ou ≥ 1 log 10 ) dans le groupe T12(DF)/PR48 : étude C216 T12(DF)/PR % (n/N) a Réponse avant traitement Diminution < 1 log 10 de l’ARN du VHC à la semaine 4 Diminution ≥ 1 log 10 de l’ARN du VHC à la semaine 4


De populatie non-responders bestond uit 2 subgroepen: voormalige partiële responders (afname in HCV-RNA in week 12 groter dan of gelijk aan 2 log 10 , maar zonder dat ze aan het eind van de behandeling met een peginterferon en ribavirine ondetecteerbaar HCV-RNA hadden) en voormalige null responders (minder dan 2 log 10 afname in HCV-RNA in week 12 van de eerdere behandeling met peginterferon en ribavirine).

La population des non-répondeurs était composée de 2 sous-groupes : les répondeurs partiels à un précédent traitement (réduction du taux d’ARN du VHC supérieure ou égale à 2 log 10 à la semaine 12, mais sans obtenir un taux d’ARN du VHC indétectable à la fin du traitement par peginterféron et ribavirine) et les répondeurs nuls à un précédent traitement (réduction du taux d’ARN du VHC inférieure à 2 log 10 à la semaine 12 du précédent traitement par peginterféron et ribavirine).


MaxCmin2: elke toename ≥ 0,5 log bij een specifiek bezoek; ≤ 0,5 log afname indien VL ≥ 200 kopieën/ml in week 4; ≤ 1,0 log reductie t.o.v. de uitgangswaarde indien VL ≥ 200 kopieën/ml in week 12; en een VL ≥ 200 kopieën/ml in week 24. # ITT/e = Intent-to-treat/blootgesteld † Gegevens uit onderzoeksrapport ‡ Gegevens uit MaxCmin1 publicatie

MaxCmin2 : toute augmentation > 0,5 log au cours d’une visite spécifique ; une réduction < 0,5 log si la CV > 200 copies/ml à la semaine 4 ; une réduction < 1,0 log par rapport à l’inclusion si CV > 200 copies/ml à la semaine 12 ; et une CV > 200 copies/ml à la semaine 24.


In week 48 vertoonden zes adolescenten in de tenofovirdisoproxilfumaraatgroep en één adolescent in de placebogroep een significante afname van de BMD van de lumbale wervelkolom (gedefinieerd als > 4% afname).

A la semaine 48, six adolescents du groupe fumarate de ténofovir disoproxil et un adolescent du groupe placebo présentaient une perte significative de DMO (définie par une perte > 4%).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Van de patiënten die Esbriet kregen, vertoonde 24% geen afname in het percentage van de voorspelde waarde voor FVC, tegenover 14% van de placebogroep. Hoewel er tussen patiënten die Esbriet kregen, en degenen met placebo geen verschil was in verandering vanaf baseline tot week 72 in de afgelegde afstand tijdens een zes minuten durende looptest (6MWT) volgens de vooraf gespecificeerde rang- Ancova, vertoonde in een ad-hocanalyse 37% van de patiënten die Esbriet kregen, een afname van ≥50 m in 6MWT-afstand tegen 47% van de patiënten die ...[+++]

Bien que l’analyse ANCOVA susmentionnée n’ait pas révélé de différence entre les patients ayant reçu Esbriet et ceux ayant reçu le placebo, en ce qui concerne la variation de la distance parcourue lors du test de marche à 6 minutes (6MWT) entre les valeurs à l’inclusion dans l’étude et la semaine 72, il est apparu dans une analyse ad hoc que 37 % des patients ayant reçu Esbriet présentaient une baisse supérieure ou égale à 50 m de la distance du 6MWT, contre 47 % des patients ayant reçu le placebo.


Van de patiënten die Esbriet kregen, vertoonde 26% geen afname in het percentage van de voorspelde waarde voor FVC, tegen 22% van de patiënten met placebo. De afname van de afstand in de 6MWT vanaf baseline tot week 72 was in dit onderzoek significant verminderd vergeleken met placebo (p< 0,001, rang-Ancova).

La réduction de distance parcourue dans le test 6MWT entre les valeurs à l’inclusion dans l’étude et la semaine 72 était significativement plus faible, comparée à celle du groupe placebo dans cette étude (p < 0,001, analyse ANCOVA).


van één eenheid per week (meestal 1 tot 3 eenheden), waarbij de laatste afname ten laatste 72

sanguine à raison d’une unité par semaine (en général, 1 à 3 unités), le dernier a lieu au plus tard


Behandeling met pirfenidon verminderde significant de gemiddelde afname in vitale capaciteit (VC) bij week 52 (het primaire eindpunt) vergeleken met placebo (respectievelijk -0,09±0,02 l versus -0,16±0,02 l, p=0,042)

Le traitement par la pirfénidone a significativement réduit la baisse moyenne de la capacité vitale (CV) à la semaine 52 (critère d’évaluation principal), par comparaison avec le placebo (-0,09 ± 0,02 l contre -0,16 ± 0,02 l respectivement, p = 0,042).


Secundaire eindpunten waren de duur van het behoud van een ≥35% afname van de miltgrootte in vergelijking met het beginvolume, het percentage patiënten dat een ≥50% daling van de totale symptomenscore hadden na 24 weken ten opzichte van de uitgangswaarde gemeten met behulp van het gewijzigde Myelofibrosis Symptom Assessment Form (MFSAF) v2.0-dagboek, de verandering van de totale symptomenscore gemeten met het gewijzigde MFSAF v2.0-dagboek tussen het begin van de studie en week 24, en de totale overleving.

Les critères secondaires étaient la durée du maintien d’une réduction ≥ 35 % du volume de la rate par rapport au début de l’étude, le pourcentage de patients présentant une réduction ≥ 50 % du score total de symptômes à la semaine 24 par rapport au score initial, évalué à l’aide du carnet patient Myelofibrosis Symptom Assessment Form (MFSAF) v2.0 modifié, une modification du score total de symptômes à la semaine 24 par rapport au score initial, évalué à l’aide du carnet patient MFSAF v2.0 modifié et la survie globale.


Bij week 72 werd bij 20% van de patiënten die Esbriet kregen, een afname vanaf baseline waargenomen in het percentage van de voorspelde waarde voor FVC van ≥10% (een drempel die indicatief is voor het mortaliteitsrisico bij IPF) vergeleken met 35% bij degenen die placebo kregen (tabel 2).

À la semaine 72, une baisse par rapport à la ligne de base du pourcentage de la CVF prédite supérieure ou égale à 10 % (une valeur seuil prédictive du risque de mortalité dans la fibrose pulmonaire idiopathique) a été observée chez 20 % des patients ayant reçu Esbriet, contre 35 % des patients ayant reçu le placebo (Tableau 2).




Anderen hebben gezocht naar : neventerm     afname biopt     afname van eetlust     amniocentese     hematologisch onderzoek     intra-uteriene operatie     zwelling van week weefsel     week 4 afname     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'week 4 afname' ->

Date index: 2025-01-06
w