Traduction de «waren deze steady-state waarden respectievelijk » (Néerlandais → Français) :

Wanneer de dosering werd verhoogd tot 1000 mg per dag, waren deze steady-state waarden respectievelijk 2,4 μg/ml en 0,67 μg/ml.
Lorsqu’on augmentait la posologie à 1000 mg par jour, ces valeurs à l’état d’équilibre étaient de respectivement 2,4 μg/ml et 0,67 μg/ml.

Indien de dosis werd verhoogd tot 1000 mg per dag dan bedroegen deze steady state waarden respectievelijk 2,4 en 0,67 μg/ml.
Lorsque la posologie a été augmentée à 1000 mg par jour, ces valeurs à l’état d’équilibre étaient de 2,4 µg/ml et de 0,67 µg/ml, respectivement.

Door de gelijktijdige toediening van clarithromycine waren de steady-state plasmaconcentraties van omeprazol verhoogd (de Cmax, AUC0-24 en t1/2 waren met respectievelijk 30%, 89% en 34% verhoogd).
Les concentrations plasmatiques de l’oméprazole à l’état d’équilibre ont augmenté (augmentation de la Cmax, de l’ASC0-24 et de t1/2 de respectivement 30 %, 89 % et 34 %) en cas d'administration concomitante de clarithromycine.

Tijdens de steady-state zijn de plasmaconcentraties ongeveer 7 maal hoger dan de concentraties gemeten na een eenmalige dosis van 2,5 mg, en 1,5 tot 2 maal hoger dan de steady-state waarden die op basis van de na een eenmalige dosis gemeten waarden worden voorspeld.
Les concentrations dans le plasma à l'état d’équilibre sont environ 7 fois plus élevées que les concentrations mesurées après une dose individuelle de 2,5 mg, et 1,5 à 2 fois plus élevées que les valeurs d'équilibre estimées à partir des concentrations mesurées après administration d’une dose unique.

Tijdens de steady-state zijn de plasmaconcentraties ongeveer 7 maal hoger dan de concentraties gemeten na een eenmalige dosis van 2,5 mg, en 1,5 tot 2 maal hoger dan de steady-state waarden die op basis van de na een eenmalige dosis gemeten waarden worden voorspeld. Hieruit blijkt dat de farmacokinetiek van letrozol na dagelijkse toediening van 2,5 mg niet geheel lineair verloopt.
Les concentrations plasmatiques à l’état stationnaire sont environ 7 fois supérieures à celles mesurées après une dose unique de 2,5 mg, alors qu’elles sont entre 1,5 et 2 fois supérieures aux valeurs d’état stationnaires prédites à partir des concentrations mesurées après administration d’une dose unique, ce qui suggère une légère non linéarité de la pharmacocinétique du létrozole après administration quotidienne de 2,5 mg.

Bij een bioequivalentiestudie bij 16 patiënten die zidovudine tabletten van 300 mg twee maal per dag kregen, bedroegen de gemiddelde C ss max., C ss min. en de AUC ss waarden bij steady-state (CV%), respectievelijk 8,57 (54 %) µM (2,29 µg/ml), 0,08 (96 %) µM (0,02 µg/ml) en 8,39 (40 %) u.µM (2,24 u.µg/ml).
Lors d’une étude de bioéquivalence, les valeurs moyennes à l'état d'équilibre (CV%) de la C SS max., C SS min. et de l'AUC ss chez 16 patients recevant des comprimés de zidovudine 300 mg deux fois par jour étaient respectivement de 8,57 (54 %) µM (2,29 µg/ml), 0,08 (96 %) µM (0,02 µg/ml) et 8,39 (40 %) h.µM (2,24 h.µg/ml).

Na toediening van tweemaal daags 250 mg crizotinib waren de steady-state C max en AUC � bij Aziatische patiënten respectievelijk 1,57- maal (90% BI: 1,16-2,13) en 1,50- maal (90% BI: 1,10-2,04) de waarde die werd waargenomen bij niet-Aziatische patiënten.
Après l’administration de 250 mg deux fois par jour, la C max et l’AUC τ du crizotinib à l’état d’équilibre chez les patients asiatiques étaient respectivement 1,57 fois (IC à 90 % : 1,16 – 2,13) et 1,50 fois (IC à 90 % : 1,10 – 2,04) supérieures à celles observées chez les patients non asiatiques.

De voorspelde steady-state blootstellingswaarden (C min,ss , C max,ss , AUC ,ss,8w ) na subcutane toediening van 150 mg (of respectievelijk 2 mg/kg) iedere 8 weken waren licht verhoogd bij de gewichtscategorie 40-70 kg (6,6 µg/ml, 24,3 µg/ml, 767 µg*d/ml) in vergelijking tot de gewichtscategorieën < 40 kg (4,0 µg/ml, 19,9 µg/ml 566 µg*d/ml) en > 70 kg (4,6 µg/ml, 17,8 µg/ml, 545 µg*d/ml).
Les valeurs d'exposition prédites à l'état d'équilibre (C min EE , C max,EE , AUC ,EE,8s ) après une administration sous-cutanée de 150 mg (ou 2 mg/kg respectivement) toutes les 8 semaines ont été légèrement plus élevées dans la catégorie de poids de 40-70 kg (6,6 µg/ml, 24,3 µg/ml, 767 µg*j/ml) que dans les catégories de poids strictement inférieures à 40 kg (4,0 µg/ml, 19,9 µg/ml, 566 µg*j/ml) et strictement supérieures à 70 kg (4,6 µg/ml, 17,8 µg/ml, 545 µg*j/ml).

Binnen het bereik van de klinisch relevante doses die bij patiënten zijn beoordeeld (15 mg tot 60 mg), vertoonde ponatinib dosisproportionele verhogingen in zowel C max als AUC. De geometrisch gemiddelde (CV%) C max - en AUC (0-τ) -blootstellingen die voor ponatinib 45 mg dagelijks bij steady state werden bereikt, waren respectievelijk 77 ng/ml (50%) en 1296 ngh/ml (48%).
Entre les limites de doses pertinentes sur le plan clinique évaluées chez les patients (15 mg à 60 mg), le ponatinib a provoqué des augmentations proportionnelles à la dose administrée de la C max et de l’ASC. Les moyennes géométriques (CV%) de la C max et des expositions ASC (0-τ) atteintes avec 45 mg de ponatinib par jour, étaient à l’équilibre respectivement de 77 ng/ml (50 %) et de 1296 ngh/ml (48 %).

Simulaties voor het voorspellen van de blootstelling in steady-state aan ivacaftor toonde aan dat door het verlagen van de dosis van 150 mg elke 12 uur tot 150 mg eenmaal daags, proefpersonen met een matige leverfunctiestoornis vergelijkbare steady-state C min waarden zouden hebben als die, die worden verkregen met een dosis van 150 mg elke 12 uur bij proefpersonen met CF. Daarom wordt een verlaagde dosis van eenmaal daags 150 mg aanbevolen bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis.
Des simulations permettant de prédire l’exposition à l’ivacaftor à l’état d’équilibre ont montré qu’en réduisant la posologie de 150 mg toutes les 12 heures à 150 mg une fois par jour, les sujets présentant une insuffisance hépatique modérée auraient des valeurs de C min à l’équilibre comparables à celles obtenues avec une posologie de 150 mg toutes les 12 heures chez des patients atteints de mucoviscidose. Par conséquent, une posologie réduite de 150 mg une fois par jour est recommandée chez les patients présentant une insuffisance hépatique modérée.